Get fluent faster with the best resource for intermediate and advanced Dutch.
Learn More
Months in Dutch
Months in Dutch is maanden
Example Sentences
-
Hoeveel maanden zijn er in een jaar?How many months are there in a year? Source
-
Hij heeft vorig jaar drie maanden op zee doorgebracht.Last year, he spent three months at sea. Source
-
Een jaar heeft twaalf maanden.A year has twelve months., One year has twelve months. Source
-
Er was helemaal geen regen de afgelopen drie maanden.There hasn't been any rain for the past three months. Source
-
Over een paar maanden zal het zijn vergeten.It'll be forgotten in a few months' time. Source
-
Ze zijn zes maanden bezig geweest om het huis te bouwen.They spent six months building the house. Source
-
Hoe hard je het ook probeert, Engels leer je niet in twee, drie maanden.No matter how hard you try, you can't learn English in two or three months. Source
-
We zijn daar drie maanden gebleven.We stayed there for three months., We're staying there for three months. Source
-
Twee maanden zijn voorbij sinds hij naar Frankrijk gegaan is.Two months have passed since he left for France. Source
-
Ze zijn drie maanden later getrouwd.They got married three months later. Source
-
Binnen zes maanden verlaat ze het land.She's leaving the country in six months. Source
-
Hoeveel maanden kan je hier blijven?How many months can you stay here? Source
-
Ze zijn zes maanden geleden getrouwd.They got married six months ago. Source
-
Ze zijn drie maanden geleden getrouwd.They got married three months ago. Source
-
Ik blijf hier drie maanden.I'll be staying here for three months. Source
-
Ik zal je deze maanden missen.I'll miss you these months. Source
-
Ze is acht maanden zwanger.She is eight months pregnant., She is 8 months pregnant. Source
Looking for something a bit more visual? Check out our infographic on Months in Dutch with example sentences and translations.
Useful Links
Have a question or comment about Months in Dutch? Let us know!